Communicatie tussen mensen speelt zich af op verschillende energieniveaus. Via gesproken taal, lichaamstaal, gezichtsuitdrukking en gebaren maken we elkaar duidelijk wat we bedoelen.

Mensen zijn vaak onduidelijk in hun communicatie: je zegt het een, maar je denkt het ander. Of je voelt iets anders dan je zegt. Dat heet incongruent zijn. Een gevoelige ontvanger -mens of dier- pikt echter feilloos op wat je werkelijk bedoelt.

Dieren zijn altijd duidelijk in hun communicatie. Al hun energie gaat dezelfde kant op. Hun lichaamstaal is in lijn met hun ‘spraak’ en gezichtsuitdrukking en geeft hun gevoel of gedachte weer (congruent).

Dieren pikken op telepathisch energieniveau onze energie (dus onze uitstraling en gedachten) op. Ons gesproken woord leren we hen aan door ze te trainen. Dat is te vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Hun ‘moedertaal’ blijft natuurlijk de eerste keuze. Ze pikken dus eerst op energetisch niveau dingen van ons op. Daarna horen ze onze woorden. En dan volgt verwarring als dat niet op één lijn ligt:”Wat nu?”

Dieren hebben een zelfbewustzijn. Net als mensen kunnen dieren denken en voelen. Je verwacht ook enige intelligentie van je dier, je traint hem immers niet voor niks.
Dieren communiceren met elkaar via lichaamstaal, geluid en op telepathisch energieniveau.